Bij het maken van plaatmetalen onderdelen, om de verwerking te vergemakkelijken, is het meestal nodig om de vereiste platen te buigen en de vlakke platen in de gewenste vorm te verwerken. Tijdens dit buigproces wordt het op het buigpunt aangeboden gebogen deel de buigstraal genoemd. Over het algemeen beïnvloedt de buigradius het vormende effect en de verwerkingsmoeilijkheid van plaatmetalen onderdelen en is het een van de belangrijkste factoren waarmee rekening moet worden gehouden.
De buigstraal is nauw verwant aan de plaatdikte en het is in het algemeen vereist dat de buigstraal minstens een paar keer de plaatdikte is. Specifiek, wanneer de plaatdikte dun is, kan de buigstraal relatief klein zijn, ongeveer tweemaal de dikte van de plaat; Wanneer de plaatdikte dikker is, de buigstraal moet geleidelijk worden verhoogd, bij voorkeur groter dan of gelijk aan 4 keer de plaatdikte. Dit zorgt niet alleen voor het vormende effect van plaatmetalen onderdelen, maar vermijdt ook kwaliteitsproblemen zoals buigdefecten en scheuren.
Naast de plaatdikte zijn er andere factoren die ook de buigradius beïnvloeden en waarmee rekening moet worden gehouden bij het maken van plaatmetalen onderdelen. Bijvoorbeeld factoren zoals materiaalhardheid, elastische modulus, plaatbreedte, framelengte, matrijsbreedte, en de stempeldiameter kan ook de buigstraal en het vormende effect van het gehele plaatwerkdeel beïnvloeden.
In het productieproces van plaatmetalen onderdelen hangt de buigstraal nauw samen met de plaatdikte. De grootte van de buigstraal bepaalt het vormende effect en de verwerkingsmoeilijkheid van de plaatwerkdelen. Over het algemeen moet de buigstraal ten minste meerdere keren de plaatdikte zijn. Opgemerkt moet worden dat er naast de plaatdikte nog andere factoren zijn die ook de buigradius kunnen beïnvloeden, die tijdens het fabricageproces uitvoerig moeten worden overwogen.